Schets in potlood, 38 x 56,5 cm, Leiden 1995
Portret, fase 1 schets in potlood
De schets hierboven is uit 1984, schat ik. Het portret moet eigenlijk al gelijkenis vertonen zonder dat het een tekening wordt. Als dat tenmiste je bedoeling is. Dat is hier op het randje. Ik zou de schets nu wat losser opzetten dan ik hier deed. Ondanks dat zou dit een aardige aquarel kunnen worden.
Hoe minder je in potlood vastlegt, des te meer ruimte heb je bij het schilderen. De vorm wordt krachtiger als je in verf moet zoeken naar de juiste lijn, toon en kleur. Die inspanning is noodzakelijk om het beeld op te laden.
De dunne lijnen van de eerste opzet in basisvormen zijn hier nog goed te zien. Daaroverheen komen de lijnen die wat zwaarder zijn neergezet en de vorm al een beetje weergeven.
De portretstudies zijn gemaakt als schildervoorbeeld tijdens de les.
Portret
Portret, fase 2
Hier is de huidskleur opgezet in een vlakke laag. Het mengsel bestaat uit cadmiumrood, cadmiumgeel en een beetje sapgroen. In het haar is de kleur al iets zwaarder aangebracht, daarna de rest van de huid. Het directe licht op de rechterkant van het gezicht is uitgespaard. Links op de kaaklijn is met een stevig aangedrukte droog gemaakt penseel wat verf weggehaald. Dit moet allemaal snel worden uitgevoerd in natte verf. In de linker oogkas staan de eerste penseelstreken van schaduwtonen, die ik heb laten staan als voorbeeld.
In werkelijkheid wordt deze verf in de diepste tonen neergezet om na ongeveer een minuut met één enkele penseelbeweging met niet teveel water te worden opgelost, half opgelost. Het is de bedoeling dat de oorspronkelijke toon nog enigszins blijft staan. Ook op andere plaatsen kun je op deze manier schaduwpartijen aanbrengen.
Portretstudie in potlood en aquarel, 38 x 56,5 cm, Leiden 1995
Om de eerste laag zo vlak en egaal mogelijk op te zetten, zonder al te veel sporen van het penseel, gebruik je veel water, water en verf. Werk van boven naar beneden, maar beweeg het penseel van beneden naar boven zodat het water omlaag kan vloeien en daarbij het pigment kan verdelen. Dit vereist enige oefening.
Portretstudie in potlood en aquarel, 38 x 56,5 cm, Leiden 1995
Portret, fase 3
De schaduwpartijen in de huidskleur worden in deze fase verder uitgewerkt met wat extra karmijnrood en een zweempje ultramarijn om de kleur wat donkerder te maken. De verf wordt op papier gemengd. Ook het haar krijgt meer toonwaarde. Het rood in de kleding is in een tweede laag wat sterker gemaakt. Neem in het haar en de kleding meer vrijheid om het portret expressie te geven.
Potlood en penseel zijn als een sysmograaf. Ze registreren altijd ook iets van het innerlijk van de schilder. Daarom is elk portret in zekere zin ook een zelfportret.